Vlaamse Hoorn
Een afwijkende hoorn, deze Belgische, uit de 17e eeuw, want hij wordt aangeblazen met behulp van een membraam.
In het voorjaar, april, mei komen de bladeren weer aan de bomen en dan komen direct onder de schors de sappen die de bladeren voeden. Men plukt, in dit geval een berkentak, en snijdt die met een scherp mes spiraalsgewijze in tot op het hout. Vervolgens klopte men met het lemmet de bast los. Uiteindelijk kan de bast er afgeschoven worden. Daarna wordt hij in elkaar gedraaid in een conische vorm aan het einde wordt ter bevestiging een klein stokje door de bast gestoken. Aan de dunne kant wordt een membraampje geplaatst en de hoorn is klaar. De afgebeelde hoorn is 36 cm lang.
![]() |
![]() |
![]() |
Ook in Drenthe maakte men op deze manier fluitjes die men 'Apsapsiep' fluitjes noemden. Deze werden gemaakt van de Lijsterbes. Tijdens het kloppen zong men er een liedje bij, dat plaatselijk verschilde. Lijsterbes wordt daarom ook wel 'apsapsiepholt' genoemd.
Een Drents Fluitje van een cent.
Ap sap siepie
Wanneer wor ie riepie
Ankomend meitied
As de veugels eier legt
Wat legt ze
Eier mit doppen
Gooi de olde wieven vlak veur de koppen
Bloed bloed varken
Gaot er mit naor Marken
Gaot er mit naor Engelaand
Engelaand stiet in de braand
Wie hef dat edaone
Annemaria
Waor is die ebleven
Achter op 't karkhof
Onder 't zaand.
Roelie Kuiper, Dwingeloo jaren vijftig.